Cultuur snuiven en nog meer natuur in Jasper
Blijf op de hoogte en volg Dieuwertje
20 Augustus 2019 | Canada, McBride
De tweede week is ook weer voorbijgevlogen. Het voelt echt alsof we hier al maanden zijn, zoveel hebben we al gezien en gedaan.
Dinsdag 20 augustus hebben we in Calgary het Heritage Park bezocht. Dit is het op één na grootste openlucht museum in Canada. Er waren verschillende gebieden voor verschillende tijdperken in de Canadese geschiedenis waar huisjes uit die tijd neergezet waren. In die huisjes waren ook acteurs, gehuld in traditionele kleding, die wat vertelden over het leven van die tijd. Daarnaast hebben we een stukje op een stoomschip gevaren en in een stoomtrein gereden. Het klinkt een beetje suf, maar de verhalen waren erg leuk! Verder hebben we ook nog rendieren door de straat zien lopen die niet bang waren om dichtbij te komen.
De volgende dag hebben we het Royal Tyrell Museum in Drumheller bezocht, wat een heel groot museum is over dinosauriërs en met name alle opgravingen die daar in de buurt zijn gedaan. Hier hebben we het grootste deel van de dag rondgebracht, want er was zoveel informatie en er waren zoveel mooie skeletten. Meestal vinden ze gewoon losse botten en is het lastig om er een skelet van samen te stellen, maar als de condities goed zijn is er af en toe toch toevallig een heel skelet bewaard gebleven. Hiervan konden we er een aantal bewonderen. Interessant genoeg waren alle hele skeletten in een bepaalde “dode positie” met hun hoofd helemaal op hun rug gebogen. Waarom dat nou zo is was niet helemaal duidelijk. Er waren ook archeologen bezig fossielen van dino’s schoon te maken en we konden zien hoe ze dat deden. Daarna hebben we nog een stuk door de canyon gereden waar de meeste fossielen gevonden zijn. Daar waren duidelijk verschillende lagen te zien in de bergen en in één grote laag zijn alle dinosauriër fossielen gevonden.
Donderdag hadden we een rust dagje in Red Deer, waarbij we wat thrift stores afgegaan zijn. Hier zijn we allemaal erg geslaagd voor weinig geld. Vervolgens hebben we nog boodschappen gedaan bij onze favoriete supermarkt Save on Foods. Om korting te krijgen moet je eigenlijk een klantenkaart hebben, maar alle keren dat we er nu geweest zijn heb ik heel lief gevraagd of we toch alsjeblieft korting mochten krijgen en alle cassières waren zo lief om ons dat te geven. Daarna zijn we doorgereden naar Nordegg, een heel klein dorpje waar vrij weinig te doen is. Hier overnachten we in een airbnb wat in de basement was van een huis. Aan de bovenkant van de muren waren nog wel kleine raampjes dus het was niet heel donker. Bovendien hadden we hier de luxe van twee slaapkamers in plaats van met z’n viertjes op één kamer, zoals het grootste deel van de vakantie.
De volgende drie dagen hebben we het noordelijke deel van Banff en heel Jasper verkend. Om te beginnen zijn we de Athabasca Glacier opgegaan, wat een gletsjer is van de Columbia icefield. Dit was een prijzige, maar heel gave ervaring. Terwijl we er naartoe reden, regende het en was het heel mistig dus we waren even bang dat het allemaal voor niets zou zijn, maar toen we daar aan kwamen werd het gelukkig droog. Vervolgens zijn we eerst met een gewone bus een stuk richting de gletsjer gebracht en daarna met een Ice explorer (een speciale bus die op het ijs kan) de gletsjer op gegaan. Onderweg vertelden de buschauffeuses (allebei vrouwen) ons allerlei verhalen over de gletsjer, de Ice explorer en de omgeving. Zo heeft deze organisatie wel 22 van de 24 Ice explorers die er bestaan op de wereld (de andere twee zijn op Antarctica) en kosten die dingen meer dan een miljard. We mochten ook zelf een stuk op de gletsjer lopen, wat heel glad was, maar wel heel mooi blauw op sommige stukken. We hebben ook een beetje van het gletsjerwater gedronken, wat heel gezond schijnt te zijn, al is het wel enigszins laxerend. Daarna zijn we nog naar het zuiden gereden over de Icefields Parkway, weer een stukje Banff in dat we nog niet hadden bekeken. We hebben Peyto lake en bow lake bezocht. Vooral Peyto lake was erg mooi en toen was de lucht ook nog opengetrokken waardoor er een zonnetje tevoorschijn was gekomen. Alle gletsjermeren zijn zo blauw/groen doordat er “rock flour” (heel fijn rotspoeder) door het water meegespoeld wordt. Dit zorg ervoor dat het licht gereflecteerd wordt, waardoor blauw overblijft omdat dit het meest gereflecteerd wordt. Dankzij maps.me (een app met offline kaarten) hadden we een prachtig uitzichtspunt gevonden waar weinig mensen waren, dus daar hebben we erg van genoten. Op de weg terug zagen we langs de weg een zwarte beer! Die zat daar doodleuk een beetje van een boom te eten.
De volgende dag zijn we verder de Icefields Parkway opgereden richting het noorden naar Jasper. Onderweg zijn we gestopt bij de Sunwapta falls, waar we nog naar de onderste watervallen gehiked zijn. We zijn nog bij wat andere uitzichtspunten gestopt en hebben de Athabasca falls bekeken. Het is echt bijzonder hoe sterk het water kan zijn op zulke punten. De rotsen zijn er helemaal door uitgesleten. Daarna hebben we de Path of the Glacier trail gedaan. Dit was een korte hike, vooral over asfalt, maar wel stevig klimmend. Het was het helemaal waard, want toen hadden we uitzicht op de prachtige Cavell glacier en het blauwe meer dat gevormd is door het smeltwater. Als laatste hebben we nog de trail of the Five Lakes gedaan. Zoals je vast al raadt door de naam, liepen we hier langs vijf gletsjermeren die ook allemaal net weer iets anders blauw waren door de verschillende dieptes/groottes en hoeveelheid rock flour. Helaas werden we wel lekgestoken door de muggen onderweg, maar het was echt prachtig om te zien.
Zondagochtend zijn we naar Lake Maligne gereden en onderweg hebben we nog een rendier zien chillen op een eilandje in de rivier. Allemaal toeristen waren gestopt om foto’s te nemen, maar het leek hem niks uit te maken. Bij Lake Maglien hebben we een cruise gemaakt naar Spirit island, een eilandje dat een bijzondere waarde heeft voor de lokale indianenbevolking. Ook dit meer was weer prachtig blauw en tijdens de cruise hadden we ook uitzicht op meerdere gletsjers. Verder kregen we nog uitleg over de pine beetle, die de bomen aantast. Dit hadden we al eerder langs de weg gezien, want minstens de helft van de dennebomen in Jasper hebben bruine naalden. Dit wordt veroorzaakt door de pine beetle die de bomen doodt. Wij dachten dat dit erg jammer was, maar het blijkt heel natuurlijk te zijn. Nu zijn er namelijk veel te veel bomen die heel dicht op elkaar groeien waardoor er weinig licht op de bodem valt. Hierdoor kunnen er geen andere planten groeien die weer andere beesten aantrekken. Een hele tijd probeerden mensen de pine beetle en ook bosbranden tegen te gaan om de bossen te beschermen, maar het is dus juist een natuurlijk proces om de balans te houden. Daarom laat men de natuur nu z’n gang gaan, wat eerst voor veel dode bomen zorgt, maar op de lange termijn beter is. Daarna hebben we nog een hike gedaan naar Moose lake, maar helaas geen Moose gezien, en door de Maligne canyon. De canyon is uitgesleten door de rivier en op sommige plaatsen echt heel diep. Dit zorgt voor spectalaire beelden. Verder waren we eigenlijk van plan om die avond in Rock Lake te overnachten, een national park net boven Jasper, maar het begon heel hard te regenen en een deel van de weg is onverhard. Bovendien was het voor één nacht een hoop heen en weer rijden dus uiteindelijk hebben we toen toch maar in Hinton overnacht.
Maandag moesten we door Jasper heen rijden om aan de andere kant in een klein dorpje te overnachten. Doordat we nu niet naar Rock Lake waren gegaan hadden we ineens behoorlijk wat tijd over. We hebben dit goed besteed door in Jasper wat souvenirs te gaan shoppen en vooral m’n zusje en ik zijn goed geslaagd. Ik heb twee sweaters, een warme muts en wanten. Dus ik ben alvast helemaal voorbereid op de kou die me in Zwitserland te wachten staat. Verder hebben we nog Mount Robson bewonderd. Dit is de hoogste berg van de Rockies, die overigens niet meer in Jasper ligt. Makkelijk genoeg, was het beste uitzichtspunt op Mount Robson direct bij het visitor centre, dus we hebben geen hike hoeven doen. ‘s Avonds hebben we nog lekker ontspannen in ons huisje. We waren ondertussen weer een uur terug in de tijd gegaan toen we aan de andere kant van Jasper waren, maar dit uur hebben we bewaard voor de dag erna door vroeg naar bed te gaan en weer vroeg op te staan, want dinsdag hadden we een druk programma. Daarover volgende keer meer!
Dinsdag 20 augustus hebben we in Calgary het Heritage Park bezocht. Dit is het op één na grootste openlucht museum in Canada. Er waren verschillende gebieden voor verschillende tijdperken in de Canadese geschiedenis waar huisjes uit die tijd neergezet waren. In die huisjes waren ook acteurs, gehuld in traditionele kleding, die wat vertelden over het leven van die tijd. Daarnaast hebben we een stukje op een stoomschip gevaren en in een stoomtrein gereden. Het klinkt een beetje suf, maar de verhalen waren erg leuk! Verder hebben we ook nog rendieren door de straat zien lopen die niet bang waren om dichtbij te komen.
De volgende dag hebben we het Royal Tyrell Museum in Drumheller bezocht, wat een heel groot museum is over dinosauriërs en met name alle opgravingen die daar in de buurt zijn gedaan. Hier hebben we het grootste deel van de dag rondgebracht, want er was zoveel informatie en er waren zoveel mooie skeletten. Meestal vinden ze gewoon losse botten en is het lastig om er een skelet van samen te stellen, maar als de condities goed zijn is er af en toe toch toevallig een heel skelet bewaard gebleven. Hiervan konden we er een aantal bewonderen. Interessant genoeg waren alle hele skeletten in een bepaalde “dode positie” met hun hoofd helemaal op hun rug gebogen. Waarom dat nou zo is was niet helemaal duidelijk. Er waren ook archeologen bezig fossielen van dino’s schoon te maken en we konden zien hoe ze dat deden. Daarna hebben we nog een stuk door de canyon gereden waar de meeste fossielen gevonden zijn. Daar waren duidelijk verschillende lagen te zien in de bergen en in één grote laag zijn alle dinosauriër fossielen gevonden.
Donderdag hadden we een rust dagje in Red Deer, waarbij we wat thrift stores afgegaan zijn. Hier zijn we allemaal erg geslaagd voor weinig geld. Vervolgens hebben we nog boodschappen gedaan bij onze favoriete supermarkt Save on Foods. Om korting te krijgen moet je eigenlijk een klantenkaart hebben, maar alle keren dat we er nu geweest zijn heb ik heel lief gevraagd of we toch alsjeblieft korting mochten krijgen en alle cassières waren zo lief om ons dat te geven. Daarna zijn we doorgereden naar Nordegg, een heel klein dorpje waar vrij weinig te doen is. Hier overnachten we in een airbnb wat in de basement was van een huis. Aan de bovenkant van de muren waren nog wel kleine raampjes dus het was niet heel donker. Bovendien hadden we hier de luxe van twee slaapkamers in plaats van met z’n viertjes op één kamer, zoals het grootste deel van de vakantie.
De volgende drie dagen hebben we het noordelijke deel van Banff en heel Jasper verkend. Om te beginnen zijn we de Athabasca Glacier opgegaan, wat een gletsjer is van de Columbia icefield. Dit was een prijzige, maar heel gave ervaring. Terwijl we er naartoe reden, regende het en was het heel mistig dus we waren even bang dat het allemaal voor niets zou zijn, maar toen we daar aan kwamen werd het gelukkig droog. Vervolgens zijn we eerst met een gewone bus een stuk richting de gletsjer gebracht en daarna met een Ice explorer (een speciale bus die op het ijs kan) de gletsjer op gegaan. Onderweg vertelden de buschauffeuses (allebei vrouwen) ons allerlei verhalen over de gletsjer, de Ice explorer en de omgeving. Zo heeft deze organisatie wel 22 van de 24 Ice explorers die er bestaan op de wereld (de andere twee zijn op Antarctica) en kosten die dingen meer dan een miljard. We mochten ook zelf een stuk op de gletsjer lopen, wat heel glad was, maar wel heel mooi blauw op sommige stukken. We hebben ook een beetje van het gletsjerwater gedronken, wat heel gezond schijnt te zijn, al is het wel enigszins laxerend. Daarna zijn we nog naar het zuiden gereden over de Icefields Parkway, weer een stukje Banff in dat we nog niet hadden bekeken. We hebben Peyto lake en bow lake bezocht. Vooral Peyto lake was erg mooi en toen was de lucht ook nog opengetrokken waardoor er een zonnetje tevoorschijn was gekomen. Alle gletsjermeren zijn zo blauw/groen doordat er “rock flour” (heel fijn rotspoeder) door het water meegespoeld wordt. Dit zorg ervoor dat het licht gereflecteerd wordt, waardoor blauw overblijft omdat dit het meest gereflecteerd wordt. Dankzij maps.me (een app met offline kaarten) hadden we een prachtig uitzichtspunt gevonden waar weinig mensen waren, dus daar hebben we erg van genoten. Op de weg terug zagen we langs de weg een zwarte beer! Die zat daar doodleuk een beetje van een boom te eten.
De volgende dag zijn we verder de Icefields Parkway opgereden richting het noorden naar Jasper. Onderweg zijn we gestopt bij de Sunwapta falls, waar we nog naar de onderste watervallen gehiked zijn. We zijn nog bij wat andere uitzichtspunten gestopt en hebben de Athabasca falls bekeken. Het is echt bijzonder hoe sterk het water kan zijn op zulke punten. De rotsen zijn er helemaal door uitgesleten. Daarna hebben we de Path of the Glacier trail gedaan. Dit was een korte hike, vooral over asfalt, maar wel stevig klimmend. Het was het helemaal waard, want toen hadden we uitzicht op de prachtige Cavell glacier en het blauwe meer dat gevormd is door het smeltwater. Als laatste hebben we nog de trail of the Five Lakes gedaan. Zoals je vast al raadt door de naam, liepen we hier langs vijf gletsjermeren die ook allemaal net weer iets anders blauw waren door de verschillende dieptes/groottes en hoeveelheid rock flour. Helaas werden we wel lekgestoken door de muggen onderweg, maar het was echt prachtig om te zien.
Zondagochtend zijn we naar Lake Maligne gereden en onderweg hebben we nog een rendier zien chillen op een eilandje in de rivier. Allemaal toeristen waren gestopt om foto’s te nemen, maar het leek hem niks uit te maken. Bij Lake Maglien hebben we een cruise gemaakt naar Spirit island, een eilandje dat een bijzondere waarde heeft voor de lokale indianenbevolking. Ook dit meer was weer prachtig blauw en tijdens de cruise hadden we ook uitzicht op meerdere gletsjers. Verder kregen we nog uitleg over de pine beetle, die de bomen aantast. Dit hadden we al eerder langs de weg gezien, want minstens de helft van de dennebomen in Jasper hebben bruine naalden. Dit wordt veroorzaakt door de pine beetle die de bomen doodt. Wij dachten dat dit erg jammer was, maar het blijkt heel natuurlijk te zijn. Nu zijn er namelijk veel te veel bomen die heel dicht op elkaar groeien waardoor er weinig licht op de bodem valt. Hierdoor kunnen er geen andere planten groeien die weer andere beesten aantrekken. Een hele tijd probeerden mensen de pine beetle en ook bosbranden tegen te gaan om de bossen te beschermen, maar het is dus juist een natuurlijk proces om de balans te houden. Daarom laat men de natuur nu z’n gang gaan, wat eerst voor veel dode bomen zorgt, maar op de lange termijn beter is. Daarna hebben we nog een hike gedaan naar Moose lake, maar helaas geen Moose gezien, en door de Maligne canyon. De canyon is uitgesleten door de rivier en op sommige plaatsen echt heel diep. Dit zorgt voor spectalaire beelden. Verder waren we eigenlijk van plan om die avond in Rock Lake te overnachten, een national park net boven Jasper, maar het begon heel hard te regenen en een deel van de weg is onverhard. Bovendien was het voor één nacht een hoop heen en weer rijden dus uiteindelijk hebben we toen toch maar in Hinton overnacht.
Maandag moesten we door Jasper heen rijden om aan de andere kant in een klein dorpje te overnachten. Doordat we nu niet naar Rock Lake waren gegaan hadden we ineens behoorlijk wat tijd over. We hebben dit goed besteed door in Jasper wat souvenirs te gaan shoppen en vooral m’n zusje en ik zijn goed geslaagd. Ik heb twee sweaters, een warme muts en wanten. Dus ik ben alvast helemaal voorbereid op de kou die me in Zwitserland te wachten staat. Verder hebben we nog Mount Robson bewonderd. Dit is de hoogste berg van de Rockies, die overigens niet meer in Jasper ligt. Makkelijk genoeg, was het beste uitzichtspunt op Mount Robson direct bij het visitor centre, dus we hebben geen hike hoeven doen. ‘s Avonds hebben we nog lekker ontspannen in ons huisje. We waren ondertussen weer een uur terug in de tijd gegaan toen we aan de andere kant van Jasper waren, maar dit uur hebben we bewaard voor de dag erna door vroeg naar bed te gaan en weer vroeg op te staan, want dinsdag hadden we een druk programma. Daarover volgende keer meer!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley
